This article references Vi-Effect which is branch of Environmental Techniques International and VIMI-X which is CBX.
Published August 3, 2006
Ondanks de droogte liggen de veendijken er (nog) goed bij
Scheuren betreffen uitsluitend het oppervlak van de gestorte kleilaag
Wilnis – Het wordt een hete en droge zomer, zo wordt algemeen voorspeld.Een deel ervan hebben we inmiddels achter de rug, met de plezierige kanten, maar ook het ongemak. Met de herinnering vers in het geheugen waren in 2003 de omstandigheden nagenoeg hetzelfde als vandaag de dag. De lange periode van droogte en hoge temperaturen zorgden voor de uitdroging van de veendijken. Vooral in De Ronde Venen ging het toen mis. De dijk langs de Ringvaart in Wilnis brak in de nacht van 26 augustus in stukken en werd van zijn plaats verschoven. Een watersnoodramp was het gevolg. Onderzoek wees uit dat ook uitdroging een negatief effect kan hebben op de stabiliteit van de dijk. Niemand die dit had kunnen voorzien. Bovendien bleek dat nergens enige wetenschappelijke informatie of ervaring voorhanden was wat er bij voortdurend uitdrogen met de structuur van een waterkering (dijk) gebeurt. Immers altijd was de focus gericht op (te) hoge waterstanden en kletsnatte dijken die doorsijpelen. Kort en goed, bij het Hoogheemraadschap heeft men er van geleerd want de laatste tijd worden de veendijken in De Ronde Venen door inspectieteams van Waternet (het vroegere DWR) nauwlettend in de gaten gehouden. Op veel plaatsen zijn metingen verricht. Al met al is dat een heel werk, want de regio heeft ongeveer 240 kilometer aan veendijken!. Samen met Jan Portengen, coördinator Inspectieteams Regio Amstel, gingen wij ‘de dijk op’ om eens te zien of er reden is tot ongerustheid.
Geen zorgen
“Die is er niet”, zegt Portengen met grote stelligheid. “Ik kan mij voorstellen dat de angst er bij de bewoners van dit gebied goed in zit.
Drie jaar geleden werden zij door een dijkverschuiving overvallen en dat mag natuurlijk nooit meer gebeuren. In Wilnis zijn langs de oevers van de Ringvaart tussen de oude dorpskern en Veenzijde over de volle breedte diepe damwanden geslagen. Die zorgen voor meer dan voldoende veiligheid. Bij de andere delen van de dijk richting Mijdrecht en Vinkeveen, voeren we regelmatig metingen uit en kijken we of er scheurvorming is. Die is er niet of nauwelijks. En áls die er zijn gaat het om oppervlaktescheuren in de opgestorte kleilaag.
Die laag is bij het herstel en versteviging van de dijken bovenop het dijklichaam aangebracht om dit te verzwaren en verdere uitdroging van het onderliggende veen te voorkomen. Als klei uitdroogt krijg je scheurvorming. Kijk maar in je eigen tuin. Maar dat zegt niets over de onderliggende structuur van het veen. Dat kan nog helemaal intact zijn. Kortom, men hoeft zich in Wilnis en de andere plaatsen in De Ronde Venen geen zorgen te maken”, aldus Jan Portengen.
Nat houden?
Hij vertelt verder dat het neerslagtekort in De Ronde Venen gedurende de afgelopen maanden zo’n 160 mm. bedraagt. Hoogste tijd dus om de dijken te controleren op uitdroging. Immers, het hoogheemraadschap heeft veel geleerd na 2003. Zo blijkt dat de samenstelling van de veengrond in Wilnis niet homogeen is, maar uit vijf verschillende soorten veen bestaat. Elk veenpakket heeft zijn eigen kenmerken en eigenschappen. Er wordt nu ook onderzoek gedaan naar andere gebieden die uit diverse veenlagen zijn opgebouwd. Het onderzoek heeft verder uitgewezen dat een kuub nat veen ongeveer hetzelfde gewicht heeft als een kuub water. Naarmate het veen uitdroogt kan het gewicht afnemen tot uiteindelijk slechts 150 kilogram per kuub! Op dat moment heb je dus ruim zeven kuub veen nodig om de druk van één kuub water te compenseren. De kenmerken van een goede dijk berusten op eigenschappen als de sterkte van de ‘haakweerstand’ van de verschillende gronddelen en het gewicht. Aan het eerste kun je weinig doen omdat het specifieke eigenschappen van de grond betreft. Aan het gewicht kan men wél werken. Dus de dijk met grond zwaarder maken. Onderzocht is ook of het ook zinvol is een dijklichaam in droge tijden te besproeien, dus nat te houden. Volgens Portengen heeft dat geen zin. Het duurt veel te lang voordat het water door de grondlaag heen is gesijpeld en bovendien zuigt de vegetatie veel water van het oppervlak weg. Het natuurlijke proces van geregeld regen en lage temperaturen is het beste. Bij het pure Hollandse klimaat blijven veendijken in de beste conditie. Extreme droogte kan, net zoals extreem natte, voor problemen zorgen. Na een droge periode duurt het soms maanden voordat het evenwicht weer is hersteld. Ineens een plensbui van 20 mm neerslag biedt geen oplossing. Het water kan niet zo snel in de grond dringen en wordt via de dijkhelling afgevoerd naar de sloot. Water injecteren is misschien een optie, maar dat is een kostbare methode. Bovendien krijg je ondergronds nooit een aaneengesloten vochtige laag als je dit bijvoorbeeld om de honderd meter zou doen. Je maakt dan alleen bepaalde plaatsen wat nat. Het op sterkte houden van veendijken zou voor wat betreft het vochtigheidsgehalte in de (nabije) toekomst een probleem van de eerste orde kunnen worden, aangezien de verwachting is dat mede door de klimaatverandering hete en droge zomers steeds vaker in ons land zullen voorkomen.
Scheuren
Omdat er op de dijken in Wilnis ternauwernood iets te zien valt, laat hij ons voor alle duidelijkheid de dijk zien achter het gemaal in Waverveen ter hoogte van het voormalig Fort in de Botshol. Deze dijk die de kering vormt van het natuurgebied Botshol, ziet er op het eerste gezicht voor een leek ‘gezond’ uit. Die zal zich echter het apezuur schrikken bij het zien van talrijke scheuren tussen het gras bovenop het dijklichaam. Portengen stelt ons gerust en geeft aan dat het hier uitsluitend gaat om scheurvorming in de bovenste kleilaag die hier anderhalf jaar geleden ter verzwaring op de veendijk is gestort. Het gaat hierbij om scheuren van één tot enkele meters, zowel in lengterichting als in dwarsrichting. Ze zijn vijf tot tien centimeter breed. Jan meet de diepte van een aantal scheuren en die is overal 30 cm diep. Daar stuit het einde van de meetlat op het eigenlijke dijklichaam. Dat klopt ook wel, want er is zo’n dertig tot veertig centimeter grond op gestort. En passant kan hij aan het materiaal wat aan het uiteinde van de meetlat kleeft zien of het op die diepte droog of enigszins vochtig is.
Alert
Jan: “Niettemin worden alle scheuren ingemeten en voorzien van meetpaaltjes. Met behulp van GPS worden er foto’s van de verschillende stukken dijk gemaakt. Daar wordt een digitale kaart van gemaakt waarmee we onder meer de ontwikkelingsge-schiedenis vastleggen. Een half of een heel jaar later gaan we dat nog eens doen om te zien of er zich tussen-tijdse bodemverschuivingen hebben voorgedaan en of dat er nieuwe scheuren zijn ontstaan. De stichting bodemkartering (Stiboka) maakt er voor ons heel bruikbare kaarten van. Maar mijn collega’s en ik kijken naar meer kenmerken van de bodem of het landschap. Zijn er ononderbroken scheuren dwars over dijk van de ene kant naar de andere, dan gaan we die extra meten en onderzoeken. Hetzelfde doen we met lange scheuren in de lengterichting. Bespeuren we een hoogteverschil over deze scheur dan is het mogelijk dat er een stuk van het dijkoppervlak naar de teen van de dijk is verschoven. Het kan ook een plaatselijke inzakking van de dijk zijn. Aan zulke gevallen wordt extra aandacht geschonken. De scheuren worden gedicht met teelaarde. Waarop we ook letten zijn specifieke kenmerken in het landschap. Als door droogte een groot oppervlak geel gekleurd is en we zien op diverse plaatsen dat de vegetatie op of naast de dijk groen is, is het daar dus vochtig. Als dat normaliter niet het geval zou moeten zijn gaan we dat inspecteren. Is dat midden in een weiland, dan heb je grote kans dat daar een kwel zit. Ook de sloten bekijken we of de oevers recht lopen. Een voor een deel dichtgevallen of heel smal geworden sloot aan de voet van een dijk kan betekenen dat er grond is verschoven. Een aaneengesloten kroosbed in een sloot met plotseling een open stuk kan een kwel betekenen.
Op welke manier die het dijklichaam kan onder-mijnen gaan we eveneens onderzoeken. Hier onder-zoeken wij of de stabiliteit van het dijklichaam negatief wordt beïnvloed. Al is het toch duidelijk dat we voortdurend alert zijn en niets aan het toeval willen overlaten.
Om nu te zeggen dat we de situatie kunnen vergelijken met die van 2003 vind ik persoonlijk wat te ver gaan. Nogmaals, er is dus geen reden tot paniek of ongerustheid.”
———————————————————————————————-
“Voor 2 eurocent per vierkante meter weer een veilige veendijk”
Dat zegt directeur Tiret Dewnarain van het bedrijf Vi-Effect uit Enkhuizen. Het bedrijf maakt onderdeel uit van de Cropss-Groep, een holding met verschillende bedrijven die zich voornamelijk bezig houden met biologisch verantwoord telen van gewassen. Eén van de vestigingen is gevestigd in De Kwakel.
Het bedrijf van Dewnarain ontwikkelt samen met de partners specifieke biologische middelen die de bodemgesteldheid voor het telen van gewassen verbeteren. De producten worden in tal van landen op de wereld gebruikt. Een van de producten is VIMI-X, een milieuvriendelijk biologisch extract dat voornamelijk wordt toegepast om de ontwikkeling van wortels, gezonde cellen en vitaliteit van planten te bevorderen. Dit product blijkt over bijzondere eigenschappen te beschikken. Eén van de stoffen, een enzym in combinatie met micro-organismen, blijkt in staat om droge veengrond water te laten opnemen. En wel zodanig dat binnen korte tijd het vochtgehalte weer op een peil komt. Daardoor neemt het bijvoorbeeld ook in gewicht toe. Anders gezegd, een uitgedroogde veendijk bijvoorbeeld kan hierdoor weer ‘op sterkte’ komen.
Waterabsorberend
Dat vochtpeil beweegt zich van bijvoorbeeld 15 procent in zeer droge toestand naar 65 procent vocht en hoger. Het enzym, dat in een waterige oplossing over droge grond wordt gesproeid, dringt na verloop van tijd met het water steeds verder in de bodem en zorgt aldus voor de verspreiding van het positieve effect. Uit een reeks wetenschappelijke onderzoeken dat door het Wageningse onderzoeks-instituut Alterra is uitgevoerd, blijkt dat VIMI-X niet alleen over vochtvasthoudende eigenschappen beschikt, maar tevens een zuigend effect in de bodemstructuur veroorzaakt waardoor nog meer vocht wordt aangetrokken. Een kleilaag die een dichte structuur heeft en nauwelijks water doorlaat, krijgt na behandeling met het product een sponsachtige structuur zodat ook hier vocht door de laag kan dringen. Omgekeerd heeft op zijn beurt een te natte bodem de kans het teveel aan vocht kwijt te raken, ook als deze is bedekt met een kleilaag. Samen met zogeheten surfactanten, die de waterdruppels als het ware ‘gladder’ maken zodat ze sneller door de poriën van het bodemmateriaal worden opgenomen, blijkt VIMI-X wellicht dé oplossing te zijn om het vocht in uitgedroogde veendijken in korte tijd weer op peil te krijgen. Behalve dit heeft VIMI-X als bijkomende eigenschap dat bij behandeling van de grond wortels van grassen tot een paar honderd procent verder in de bodem ingroeien en dus een aanzienlijke oppervlakteversteviging en
‘haakweerstand’ bete-kenen. Kortom: de dijk wordt niet alleen (weer) waterabsorberend maar ook steviger. Hij vormt dan een prima waterkering zoals dat al meer dan 100 jaar het geval was.
Nooit van gehoord
Waarom hebben we van officiële zijde tot nu toe nooit van deze methode gehoord? Ook de landelijke dagbladen hebben er nooit gewag van gemaakt. Het zou toch groot nieuws zijn dat duizenden kilometers veendijk in Nederland van de droogte kunnen worden gered door een simpele behandeling met VIMI-X?
“Het moet bij het Hoogheemraadschap be-kend zijn en ook bij het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Maar men heeft er nooit wat mee gedaan,” zegt Dewnarain. “Toen in 2003 de dijkverschuiving in Wilnis plaatsvond is er op verzoek van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) aan Alterra Wageningen opdracht gegeven om van diverse leveranciers de producten die een vochtregulerende werking hebben, te onderzoeken. Ook wij hebben, dankzij Alterra, hieraan meegedaan. Hoewel het voor gebruik in de land- en tuinbouw en de golfbanen is ontwikkeld, wilden we het ook op deze eigenschappen laten testen. Dus of het geschikt zou zijn voor vochtinbreng in veenbodems. Men heeft er in de zomer van 2004 proeven en wetenschappelijk onderzoek mee gedaan op een veendijk aan de Middelburgse Kade in Waddinxveen. Daar zijn zeer interessante en bruikbare resultaten uit voortgekomen. Overigens wordt STOWA door de overheid ingeschakeld om voor haar proefprojecten op te zetten of te coördineren. De totale investering in de door STOWA opgedragen onderzoeken heeft ca. 500.000 euro gekost. Uiteindelijk rolde als advies uit de bus dat VIMI-X een oplossing bleek om dijken hiermee te behandelen waardoor het vocht in de dijk op peil zou blijven. Maar als ‘onafhankelijk’ bureau mag men geen voorkeur uitspreken en dat ook niet zo naar buiten brengen. Dus schoten we er niets mee op, werd het bij de uitvoerende instanties voor kennisgeving aangenomen en verdween het in de bureaulade. En om het zelf bij de overheidsinstanties binnen te brengen lukt je niet. Wél als je 20.000 euro of meer op tafel legt om het voor de betrokken instanties nog een keertje proefondervindelijk aan te tonen. Die zijn er al, dus dat doen we niet. Vorige week donderdag 27 juli is er door de STOWA wederom een seminar gehouden voor een groep mensen van de verschillende hoogheemraadschappen over het droogteprobleem van de veendijken. Wij zijn benieuwd of we nog in beeld zijn geweest en of ze nog zullen bellen.”
Simpel en goedkoop
Tiret Dewnarain legt uit dat een behandeling van een veendijk met VIMI-X even simpel als goedkoop is. Men dient een oplossing van het product in water te maken in een samenstelling van bijvoorbeeld 1 liter product op 100.000 liter water. Giet dat in een giertank en laat de boer er al sproeiend mee over de dijk rijden. Klaar! Een andere mogelijkheid is het vernevelen vanuit een boot. Met een pomp wordt water uit de vaart gezogen en het product via een venturi meegezogen in de straal water. Via een straalbuis kan het mengsel al varend op de dijk worden gespoten. Het hangt ervan af hoe snel men resultaat wil hebben. Moeten er snelle resultaten worden geboekt, dan wordt de concentratie product op de hoeveelheid water gewoon groter. Het is uit voorraad leverbaar omdat het in eigen beheer wordt gemaakt. Het is (nog) niet zo dat men met één keer sproeien klaar is. De eerste keren zal de behandeling 4 tot 5 keer per jaar moeten plaatsvinden om de enzymen de kans te geven zich dieper in het dijklichaam te nestelen. Op zeker moment is de dijk zelf vochtregulerend en is een duurzame situatie bereikt. Daar wil het hoogheemraadschap immers naartoe! De kosten van een dergelijk proces zijn minimaal in verhouding tot de miljoenen euro’s verslindende voorzieningen die moeten worden getroffen om de huidige (uitgedroogde) dijken op sterkte te houden. Bij een normale behandeling met VIMI-X wordt uitgegaan van 2 eurocent per vierkante meter per keer. Op jaarbasis is dat 20 eurocent. Dan heb je volgens Dewnarain weer een veilige dijk. Andere aanbieders gaan uit van elke drie weken een behandeling omdat zij afbreekbare producten gebruiken. Dan is men een stuk duurder uit. Bij VIMI-X blijven de enzymen in de grond zitten en doen dus blijvend hun werk. Bovendien is bij de uitvoering van het werk geen Europese aanbesteding nodig.
Proef
“Het is onbegrijpelijk dat het hoogheemraadschap of Verkeer en Waterstaat ons niet eens een kans geeft de werking van het product te laten aantonen waar ze bij staan,” merkt Tiret op. “Je kunt immers altijd nog nee zeggen. Wij willen best een keer een proef doen op een stukje dijk in Wilnis, eventueel in samenwerking met de gemeente en Waternet. Ik ben er zeker van dat we de inspectieteams van Waternet kunnen overtuigen dat het werkt. Dan kun je daar toch iets mee doen? Bovendien, als je nieuwe dijken aanlegt of ophoogt zou je de grond meteen een behandeling kunnen geven. Dan heb je al een voorsprong in vochtregulering. Daar komt nog eens bij dat het hoogheemraadschap veel goedkoper uit is in onderhoud van de veendijken. Maar ook de inwoners van de polder zullen er wel bij varen. Niet alleen blijven de dijken op sterkte, maar ook hoeven de tarieven van de AGV niet zo fors met meer dan 10% per jaar te stijgen. Leest u het maar in de folder van Waternet onder het kopje Tariefsstijging. Het is dus voor alle partijen een win-win situatie.”